Traumaklachten: hoe kom je eraan en hoe kom je ervan af?

Recent was in het nieuws dat de zorg voor mensen met traumaklachten tekort schiet. Trauma-gerelateerde problemen worden nogal eens over het hoofd gezien. En zelfs als wel de juiste diagnose wordt gesteld, komt het regelmatig voor dat deze klachten niet adequaat worden behandeld. En dat terwijl deze klachten vrij vaak voorkomen.

Veel mensen (ruim 80 %) maken minimaal één maal in hun leven een traumatische gebeurtenis mee. Na een traumatische gebeurtenis hebben de meeste mensen in de eerste instantie (trauma-gerelateerde) klachten, zoals herbelevingen, alert en schrikachtig zijn en dingen vermijden die met de traumatische gebeurtenis te maken hebben. Deze klachten kunnen heel belastend en naar zijn, maar het zijn wel normale verwerkingsreacties. In de meeste gevallen nemen de klachten, gelukkig, na verloop van tijd af. Ongeveer 7-9 % van de mensen blijft na een traumatische gebeurtenis echter zodanige klachten hebben, dat gesproken kan worden van een posttraumatische stressstoornis (PTSS).

Hoe komt het eigenlijk dat een traumatische/schokkende gebeurtenis tot dergelijke klachten kan leiden? De herinneringen die in ons geheugen zijn opgeslagen, komen via ons werkgeheugen (kortetermijngeheugen) in ons langetermijngeheugen terecht. Als je iets schokkends meemaakt, komt er in korte tijd veel op je af. Bovendien ben je op dat moment waarschijnlijk emotioneel, bijvoorbeeld heel angstig. Je werkgeheugen raakt daardoor overbelast en de informatie over de gebeurtenis wordt op een andere manier opgeslagen in het langetermijngeheugen dan andere herinneringen. Dat merk je, doordat de herinnering aan de schokkende gebeurtenis heel makkelijk geactiveerd kan worden. Je ziet, ruikt, of hoort iets dat aan de schokkende gebeurtenis doet denken en de herinnering komt in zijn volle heftigheid naar boven. Ook worden deze herinneringen met veel (emotionele) lading opgeslagen. Dat betekent dat, als je aan de gebeurtenis denkt, ook emoties en fysieke sensaties die je op het moment van de gebeurtenis ervoer, opnieuw worden ervaren.

Gelukkig zijn er voor het behandelen van PTSS (en andere trauma-gerelateerde klachten) diverse therapieën mogelijk. In de richtlijn voor behandeling van deze klachten zijn twee therapieën opgenomen die wetenschappelijk goed zijn onderbouwd, namelijk cognitieve gedragstherapie (imaginaire exposure) en EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing). In beide gevallen is het doel dat de nare herinnering wordt verwerkt: de herinnering wordt in het geheugen opgeslagen zonder de heftige lading en wordt niet meer zo gemakkelijk geactiveerd. Dat betekent niet dat de gebeurtenis niet meer naar is om aan terug te denken. Ook kan de geschiedenis niet worden herschreven en zal je de gebeurtenis niet vergeten. Maar het betekent wel dat je eraan kan terugdenken, zonder helemaal van slag te raken. Bij imaginaire exposure wordt dat gedaan door de gebeurtenis tijdens de therapiegesprekken telkens opnieuw te vertellen, tot in detail. Door je bloot te stellen aan de herinnering, in plaats van deze te vermijden, neemt de spanning langzamerhand af en wordt de herinnering minder gevoelig. Bij EMDR denk je ook terug aan de nare gebeurtenis. Het verschil is dat bij EMDR vervolgens één beeld wordt gekozen, dat op dit moment nog het naarste is om aan terug te denken. Vervolgens neem je dit beeld in gedachten en wordt ondertussen je werkgeheugen belast door (in de meeste gevallen) oogbewegingen. Hierdoor gaat de heftige lading van dit nare plaatje verminderen. Bij beide behandelingen nemen de klachten vaak vrij snel af, na één of enkele sessies. Door cliënten (en therapeuten) wordt EMDR vaak als minder belastend ervaren.

PKG Bedrijfspsychologen heeft de expertise in huis om beide genoemde trauma-behandelingen toe te passen. Cliënten hebben dus keuze welke therapie zij wensen als zij hulp nodig hebben bij het verwerken van een calamiteit of ongeval.

Winnie Flamink, Psycholoog NIP en cognitief gedragstherapeut i.o.

Gebruikte literatuur

Bögels, S.M. & Van Oppen, P. (2011). Cognitieve therapie: theorie en praktijk, Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Mooren, T.  & Stöfsel, M. (2010). Complex trauma: diagnostiek en behandeling, Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum. Ten Broeke, E., Korrelboom, K. & Verbraak, M. (2012). Praktijkboek geïntegreerde cognitieve gedragstherapie, Bussum, Nederland: Uitgeverij Coutinho.

Top